Wel of geen flexplekken

Hoofdkantoor van Stam terug naar één etage

Al voor de coronapandemie werkten wij onder de noemer van het zgn. nieuwe werken al best wel veel vanuit huis. Dat had vooral een praktische reden, namelijk het besparen van reistijd en -kosten. Corona deed daar nog een schepje bovenop. Werkend Nederland verliet massaal het kantoor, zo ook wij. Het hybride werken was geboren. Het gevolg was veel lege kamers, die door het geringe gebruik hun ‘kleur’ verloren. De reuring is weg en dat is niet wat je wilt en zoekt als je dan toch op het kantoor bent. Tijd voor actie!

Een eenvoudig rekensommetje leerde me, dat we prima met de helft van het aantal beschikbare vierkante meters toe kunnen. In ons geval terug van twee naar één etage. Je gaat vervolgens met de ‘bewoners’ in gesprek over de herinrichting en denkt in nieuwe concepten. Het kantoor moet een clubhuis worden en kantoortuinen met flexplekken zijn daarbij hip en happening.

Zo niet bij ons. Over het clubhuis was geen discussie, maar de flexplek was een stap te ver. Massaal werd er ingezet op het behoud van de eigen teamkamer met dito werkplek. Geen grote ruimtes met veel geluid en prikkels. Noem het de hang naar de geborgenheid en voorspelbaarheid van een eigen plek.

Zijn wij dan zo behouden? Toch maar even googelen op kantoortuinen. Dat leert me dat de voordelen niet opwegen tegen de nadelen. Onderzoek na onderzoek toont aan dat een kantoortuin zorgt voor vermoeidheid, stress, hoofdpijn en concentratieverlies.

Wij zijn best trendgevoelig, maar niet ten koste van alles. Daarom gaan we hybride werken met een klassieke kantoorindeling. Geen fratsen, wel volop in verbinding met behoud van het eigen nest. Bijkomend voordeel: je kunt de thermostaat per ruimte variëren als daar aanleiding toe is. Dat is goed voor het milieu en zeker voor de portemonnee! Voor het stookseizoen begint zit ieder op zijn éigen nieuwe plek.

Bernard Posthumus
Directeur